2. De lidstaten overwegen beschikbare informatie betreffende de omvang van geografisch risico wanneer zij beslissen of een derde land aan de in lid 1 vastgestelde voorwaarden voldoet en stellen elkaar , de Commissie en de EBA, EIOPA en ESMA voor zover dit relevant is voor de toepassing van deze Richtlijn en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010, en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, in kennis van gevallen waarin zij van oordeel zijn dat een derde land aan dergelijke voorwaarden voldoet.
2. Les États membres prennent en considération les informations disponibles sur le niveau de risque géographique pour décider si un pays tiers remplit les conditions fixées au paragraphe 1 et, dans les cas où ils considèrent qu'un pays tiers remplit ces conditions, ils s'en informent mutuellement et ils en informent la Commission ainsi que l'ABE, l'AEAPP et l'AEMF, dans la mesure où cela est pertinent aux fins de la présente directive et conformément aux dispositions pertinentes du règlement (UE) n° 1093/2010, du règlement (UE) n° 1094/2010 et du règlement (UE) n° 1095/2010.