Het los van elkaar beschouwen van de bestuurshandeling en de privaatrechtelijke handeling die het huwelijk is, gesteld dat zulks in
het Belgische recht bestaanbaar is met artikel 21, tweede lid, van de Grondwet, mag in ieder geval niet worden veralgemeend; het is dan ook mogelijk dat de desbetreffende wetten van de vreemde Staat een huwelijksregeling kennen waarin die twee handelingen niet los van elkaar kunnen worden beschouwd en dat volgens die Staat de echtgenoten wel degelijk door de overheid in de echt worden verbonden, weliswaa
...[+++]r met hun toestemming, maar zonder dat de wilsuiting van de echtgenoten kan worden onderscheiden van de wilsuiting van de overheid die het huwelijk « voltrekt ».
Cette dissociation entre l'acte public et l'acte privé de mariage, à la supposer compatible en droit belge avec l'article 21, alinéa 2, de la Constitution, ne peut en tout cas pas être généralisée; et il se pourrait donc que les lois de l'État étranger en cause connaissent un système matrimonial qui ne permet pas cette dissociation et qu'il considère que c'est bien l'autorité qui marie les époux, certes avec le consentement de ceux-ci, mais sans que l'on puisse distinguer la volonté des époux et celle de l'autorité qui « célèbre » le mariage.