26. vraagt de lidstaten om ondersteuningsprogramma's op te stellen ten behoeve van ouders en vooral ten behoeve van benadeelde gezinnen, en te zorgen voor counselors op elke middelbare school, die bijstand kunnen verlenen aan jongere met sociale en emotionele problemen, waarbij de nadruk moet worden gelegd op preventieve programma's gebaseerd op ondersteuning van het gevoel van eigenwaarde en maatregelen om crises op te vangen;
26. invite les États membres à mettre en place des programmes de soutien aux parents, en particulier pour les familles défavorisées, et à encourager, dans tous les établissements de l'enseignement secondaire, la désignation de conseillers chargés de veiller aux besoins socioémotionnels des jeunes, et en particulier de programmes de prévention axés sur l'amélioration de l'estime de soi et la gestion des crises;