3° met ingang van 1 september 1999 hebben de in § 1, 2° bedoelde personeelsleden recht op de overgangsmaatregelen die hen toegekend waren op 1 september 1990, indien ze sindsdien ononderbroken in dienst zijn gebleven in het onderwijs, het universitair en academisch onderwijs uitgezonderd, in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel of van het ondersteunend personeel en als dusdanig gefinancierd of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap.
3° à partir du 1 septembre 1999, les membres du personnel visés au § 1, 2° ont droit aux mesures transitoires qui leurs étaient accordées au 1 septembre 1990, si, depuis cette date, ils sont restés, sans interruption, en service dans l'enseignement, sauf l'enseignement universitaire et académique, dans une fonction du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation ou du personnel d'appui et sils sont financés ou subventionnés en cette qualité par la Communauté flamande.