3. merkt op dat India de zevende economie ter wereld is en dat de Indiase regering verwacht dat het bbp in 2010-2011 met 8,6% zal groeien; betreurt het dat, ondanks aanhoudende economische groei, er nog steeds enorme ongelijkheid bestaat, met meer dan 800 miljoen mensen die van minder dan 2 USD per dag moeten rondkomen; benadrukt dat de vrijhandelsovereenkomst de mogelijkheden van de Indiase overheid om de armoede en ongelijkheid te bestrijden niet mag beperken, vooral in agrarische gebieden waar de landbouw de belangrijkste economische activiteit vormt;
3. constate que l'Inde est la septième économie du monde et que le gouvernement indien prévoit une croissance de 8,6 % du produit intérieur brut en 2010-2011; déplore, malgré une croissance économique soutenue, que de profondes inégalités perdurent, plus de 800 millions de personnes devant survivre avec moins de 2 dollars par jour; insiste sur la nécessité de veiller à ce que l'accord de libre-échange ne limite pas les pouvoirs dont le gouvernement indien a besoin pour lutter contre la pauvreté et les inégalités, notamment dans les zones rurales où l'agriculture est la première activité;