Voorts moet worden gezorgd voor samenwerking tussen het Comité van toezicht en het Europees Parlement, de Raad en de Commissie door het Comité van toezicht in staat te stellen om, zonder dat dit afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van zijn leden, in het kader van een gestructureerde dialoog bijeen te komen met vertegenwoordigers van deze instellingen, waarbij in ieder geval de onafhankelijkheid van de instellingen in het rechtskader van de Europese Unie gewaarborgd blijft.
Il apparaît en outre nécessaire d'instaurer une coopération entre le comité de surveillance et le Parlement européen, le Conseil et la Commission, en permettant au comité de surveillance, sans que soit affecté le statut d'indépendance de ses membres, de se réunir avec des représentants de ces institutions dans le cadre d'un dialogue structuré et en respectant dans tous les cas l'indépendance des institutions dans le cadre juridique de l'Union européenne.