Het bestaan van deze bepaling, die evenals artikel 8, eerste alinea, van het Protocol, de leden van het Parlement beschermt tegen aantastingen van hun bewegingsvrijheid, bevestigt dat de in laatstgenoemde bepaling genoemde beperkingen niet alle mogelijke aantastingen van de bewegingsvrijheid van de leden van het Parlement omvatten en dat, zoals blijkt uit de eerder onderzochte bepalingen van artikel 10, de gerechtelijke vervolging moet worden geacht te vallen onder de bij dit laatste artikel ingevoerde juridische regeling.
L’existence de cette disposition, qui, comme l’article 8, premier alinéa, du protocole, protège les membres du Parlement contre les atteintes à leur liberté de se déplacer, confirme que les restrictions mentionnées par cette dernière disposition ne comprennent pas l’ensemble des atteintes possibles au libre déplacement des membres du Parlement et que, ainsi que le révèlent les dispositions de l’article 10 précédemment examinées, les poursuites judiciaires doivent être considérées comme relevant du régime juridique institué par ce dernier article.