De Waalse Regering werpt een tweede exceptie van onontvankelijkheid van het beroep op, afgeleid uit de ontstentenis van het vereiste belang van de verzoekende vennootschap om in rechte te treden : enerzijds, omdat, aangezien de bestreden bepaling een interpretatieve bepaling is, de eventuele vernietiging ervan de verzoekende partij geen enkel voordeel zou opleveren; anderzijds, omdat de verzoekende partij niet de andere bij artikel 38, § 3, van het Elektriciteitsdecreet opgelegde voorwaarden vervult om de erin vervatte regeling te kunnen genieten.
Le Gouvernement wallon soulève une deuxième exception d'irrecevabilité du recours tirée du défaut d'intérêt à agir dans le chef de la société requérante : d'une part, la disposition attaquée étant une disposition interprétative, son annulation éventuelle n'apporterait aucun bénéfice à la requérante; d'autre part, celle-ci ne remplit pas les autres conditions imposées par l'article 38, § 3, du décret électricité pour pouvoir bénéficier du régime qu'il contient.