Krachtens artikel 1 van de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot voltooiing van de federale staatsstructuur, beschikt de federale Staat overigens met betrekking tot de genoemde organieke wet alleen nog over «materies die verband houden met de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die geregeld worden door artikel 1 en 2 en in hoofdstuk IV, V en VII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, onverminderd de bevoegdheid van de gemeenschappen om bijkomende of aanvullende rechten toe te kennen».
Par ailleurs, aux termes de l'article 1er de la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'État, l'État dispose actuellement au niveau de la loi organique précitée «des matières relatives aux centres publics d'aide sociale réglées par les articles 1er et 2 et dans les chapitres IV, V et VII de la loi du 8 juillet 1976 relative aux centres publics d'aide sociale sans préjudice de la compétence des communautés d'accorder des droits supplémentaires ou complémentaires».