9. De in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 procent voor het overheidstekort dient te worden opgevat als een bovengrens, afgezien van de beperkte flexibiliteit waarin artikel 104 C van het Verdrag voorziet. Een overschrijding van deze referentiewaarde kan worden toegestaan indien zij zowel « uitzonderlijk » als « van tijdelijke aard » is, en indien de verhouding « dicht bij de referentiewaarde » blijft.
9. La valeur de référence de 3 p.c. pour le déficit public prévue par le traité doit être considérée comme un plafond, abstraction faite du degré limité de souplesse stipulé par le traité à l'article 104 C. Le dépassement de cette valeur de référence peut être autorisé s'il est à la fois « exceptionnel » et « temporaire » et si le rapport reste « proche de la valeur de référence ».