Die hervorming zou gebaseerd zijn op het begrip `huishouden' dat voor de maximumfactuur wordt gehanteerd. Dat betekent dat de niet-bezoldigde leden van een religieuze gemeenschap er na de hervorming nog recht zouden op hebben, maar dat de andere leden met een klein inkomen, die de meerderheid vormen, dat recht zouden verliezen.
Si tel est le cas, ceux-ci pourront encore bénéficier du droit à l'intervention majorée, après la réforme, mais les autres membres, à revenu faible, des communautés religieuses, c'est-à-dire la majorité de l'effectif, perdraient ce droit.