De aanslag kon worden gevestigd vanaf dat ogenblik tot uiterlijk 31 december van het jaar dat erop volgde (artikel 26, eerste en tweede lid, van het decreet van 22 december 1995, vóór de wijziging ervan bij artikel 4 van het decreet van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen »).
La taxation pouvait être établie dès ce moment et au plus tard le 31 décembre de l'année suivante (article 26, alinéas 1 et 2, du décret du 22 décembre 1995, avant sa modification par l'article 4 du décret du 7 mai 2004 « portant modification du décret du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996 et du décret du 15 juillet 1997 [contenant] le Code flamand [du] Logement, en ce qui concerne la lutte contre l'inoccupation et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations »).