Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanhangig zijn van het geding
Aanhangigheid van het geding
Burgerlijk geding
Eis tot kort geding
Hetgeen de erfgenaam geniet
In het geding betrekken
Kort geding
Litispendentie
Spoedprocedure
Uitspraak in kort geding
Verzoek in kort geding
Vonnis in kort geding

Traduction de «geding hetgeen » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous


kort geding [ eis tot kort geding | spoedprocedure ]

référé [ action en référé | procédure d'urgence ]


uitspraak in kort geding | vonnis in kort geding

jugement de référé | ordonnance sur référé


aanhangig zijn van het geding | aanhangigheid van het geding | litispendentie

litispendance


verzoek in kort geding | verzoek tot verkrijging van voorlopige maatregelen in kort geding

demande de mesures provisoires par voie de référé | demande en référé






TRADUCTIONS EN CONTEXTE
« Schendt artikel III. 26, § 2, van het Wetboek van Economisch Recht de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samengelezen met artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het de onderneming die een vordering baseert op een activiteit waarvoor zij op de datum van de inleiding niet is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, sanctioneert met de niet-ontvankelijkheid van de vordering, zonder mogelijkheid tot regularisatie tijdens het geding, hetgeen een onevenredig zware sanctie lijkt te zijn rekening houdend met het doel van de maatregel ?

« L'article III. 26, § 2, du Code de droit économique viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il sanctionne l'entreprise qui fonde une action sur une activité pour laquelle elle n'est pas inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises à la date de l'introduction, en déclarant l'action irrecevable, sans possibilité de régularisation en cours d'instance, ce qui semble une sanction exagérément lourde compte tenu du but de la mesure ?


De aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van artikel III. 26, § 2, van het Wetboek van economisch recht met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het de onderneming die een rechtsvordering baseert op een activiteit waarvoor zij op datum van de inleiding niet is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, de sanctie oplegt van niet-ontvankelijkheid van de vordering, zonder mogelijkheid tot regularisatie tijdens het geding, « hetgeen een onevenredig zware sanctie lijkt te zijn rekening hou ...[+++]

La question préjudicielle soumise à la Cour porte sur la compatibilité de l'article III. 26, § 2, du Code de droit économique avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il sanctionne l'entreprise qui base une action en justice sur une activité pour laquelle elle n'était pas inscrite, à la date d'introduction de son action, à la Banque-Carrefour des Entreprises, en déclarant cette action irrecevable, sans possibilité de régularisation en cours d'instance, « ce qui semble une sanction exagérément lourde, compte tenu du but de la mesure ».


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 oktober 2015 in zake de bvba « Algemene Verbouwingswerken LUBO » tegen Eli Verhasselt, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 november 2015, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel III. 26, § 2, van het Wetboek van Economisch Recht de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samengelezen met artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het de onderneming die een vordering baseert op een activiteit waarvoor zij op de datum van de inleiding niet is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, sanctioneert ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 23 octobre 2015 en cause de la SPRL « Algemene Verbouwingswerken LUBO » contre Eli Verhasselt, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 novembre 2015, le Tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article III. 26, § 2, du Code de droit économique viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il sanctionne l'entreprise qui fonde une action sur une activité pour laquelle elle n'est pas inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises à la date de l'introduction, en déclarant l' ...[+++]


Gelet op hetgeen voorafgaat, is de inmenging in het privé- en gezinsleven van de betrokken vreemdeling, die voortvloeit uit de in het geding zijnde bepaling, redelijk verantwoord.

Eu égard à ce qui précède, l'ingérence dans la vie privée et familiale de l'étranger concerné qui découle de la disposition en cause est raisonnablement justifiée.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen aanleiding tot discriminatie tussen de partij die ten gronde in het ongelijk is gesteld en die recht heeft, indien zij erom verzoekt en mits zij voldoet aan de voorwaarden daartoe, op een vermindering of een ontstentenis van betaling van een rechtsplegingsvergoeding (in geval van toepassing van artikel 1017 van het Gerechtelijk Wetboek, gezien de hoedanigheid van de partijen) en de partij die afstand doet van het geding en die, indien wordt geopteerd voor de interpretatie volgens welke artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en h ...[+++]

« Les articles 827, 1017 et 1022 du Code judiciaire, pris isolément ou non, ne créent-ils pas une discrimination entre la partie qui succombe sur le fond et qui a droit si elle le demande et à condition de se trouver dans les conditions pour ce faire à une diminution ou à une absence de payement d'une indemnité de procédure (en l'hypothèse d'une application de l'article 1017 du Code judiciaire vu la qualité des parties) et la partie qui se désiste de l'instance et qui ne peut, si l'interprétation selon laquelle l'article 1022 du Code judiciaire et l'arrêté royal y lié ne s'appliquent pas à l'hypothèse du désistement est retenue, revendiq ...[+++]


De verwijzende rechter vraagt het Hof of de wetgever een discriminerend verschil in behandeling heeft teweeggebracht door, op straffe van een bijkomende bijdrage van 6 pct., de verplichting op te leggen dat bij vervreemding, vóór het verstrijken van de termijn van drie jaar, van de roerende tegoeden die aan de eenmalige bevrijdende aangifte zijn onderworpen na op onregelmatige wijze in België te zijn bewaard (artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de in het geding zijnde wet), de investering in een roerende vorm moet worden verricht, terwijl de wetgever, wanneer op onregelmatige wijze in het buitenland bewaarde roerende tegoeden het voorwer ...[+++]

Le juge a quo interroge la Cour sur le point de savoir si le législateur a créé une différence de traitement discriminatoire en imposant, sous peine d'une contribution complémentaire de 6 p.c., qu'en cas d'aliénation, avant l'échéance du délai de trois ans, des avoirs mobiliers soumis à la déclaration libératoire unique après avoir été détenus irrégulièrement en Belgique (article 2, § 1, alinéa 1, 2°, de la loi en cause), l'investissement doive se faire sous une forme mobilière alors que, lorsque des avoirs mobiliers détenus irrégulièrement à l'étranger ont fait l'objet d'une déclaration libératoire unique (article 2, § 1, alinéa 1, 1°, ...[+++]


In dit verband moet weliswaar worden opgemerkt dat noch het Statuut van het Hof noch het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, evenmin als de Reglementen voor de procesvoering van het Hof en het Gerecht overigens, voorzien in de mogelijkheid om een sanctie op te leggen indien geen gevolg wordt gegeven aan die beschikking, zodat op die weigering alleen kan worden gereageerd doordat de rechterlijke instantie daaraan gevolgen verbindt in de beslissing die een einde maakt aan het geding (zie in die zin arresten Hof van 10 juni 1980, M./Commissie, 155/78, Jurispr. blz. 1797, punten 20 en 21), ...[+++]

À cet égard, il doit, certes, être observé que ni le statut de la Cour, ni le règlement de procédure du Tribunal de la fonction publique, à l’instar, par ailleurs, des règlements de procédure de la Cour et du Tribunal, ne prévoient la possibilité d’infliger une sanction en cas de non-obtempération à une telle ordonnance, la seule réaction possible face à un refus étant que la juridiction en tire les conséquences dans la décision mettant fin à l’instance (voir, en ce sens, arrêt de la Cour du 10 juin 1980, M./Commission, 155/78, Rec. p. 1797, points 20 et 21), ce que le Tribunal de la fonction publique a fait dans l’arrêt attaqué.


Hieruit volgt dat, zelfs wanneer het plaatsheeft na het milieueffectenrapport, het in artikel 26 van het in het geding zijnde decreet bepaalde openbaar onderzoek altijd voorafgaat aan de vergunningsaanvraag, hetgeen die procedure onderscheidt van de procedure die van toepassing is op de aanvragen die steunen op de in het geding zijnde bepaling.

Il s'ensuit que, même si elle a lieu après la réalisation de l'étude d'incidences, l'enquête publique prévue à l'article 26 du décret en cause précède toujours la demande d'autorisation, ce qui différencie cette procédure de la procédure applicable aux demandes fondées sur la disposition en cause.


Het tweede deel van de eerste prejudiciële vraag veronderstelt een vergelijking van de in het geding zijnde bepaling met de regeling die is ingevoerd bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, thans opgeheven bij de voormelde wet van 26 mei 2002; artikel 2, § 1, van de wet van 1974 maakte het, volgens de bewoordingen van de vraag, mogelijk het hoogste bedrag van de uitkering toe te kennen aan de samenwonende echtgenoten, hetgeen de in het geding zijnde bepaling niet meer zou toelaten.

En sa seconde partie, la première question préjudicielle suppose une comparaison de la disposition en cause avec le régime institué par la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, aujourd'hui abrogée par la loi du 26 mai 2002 précitée; l'article 2, § 1, de la loi de 1974 permettait, selon les termes de la question, l'octroi du montant le plus élevé de la prestation aux conjoints vivant sous le même toit, ce que ne permettrait plus la disposition en cause.


Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de wetgever, met de aanneming van de in het geding zijnde wet, de bedoeling heeft gehad, enerzijds, rechtsonzekerheid te voorkomen - inzonderheid de rechten te vrijwaren van de begunstigden van maatregelen die gegrond zijn op het besluit van 24 juli 1997, waarvan de ongrondwettigheid door het voormelde arrest van het Hof was vastgesteld - en, anderzijds, de sociale, organisatorische, budgettaire en boekhoudkundige problemen te vermijden die zouden worden veroorzaakt door het opnieuw in het geding brengen van maatregelen di ...[+++]

Il ressort de ce qui précède que, par l'adoption de la loi en cause, le législateur a entendu, d'une part, éviter l'insécurité juridique - en particulier garantir les droits des bénéficiaires de mesures fondées sur l'arrêté du 24 juillet 1997, dont l'inconstitutionnalité avait été constatée par l'arrêt précité de la Cour - et, d'autre part, éviter les problèmes sociaux, organisationnels, budgétaires et comptables qu'impliquerait la remise en cause de mesures antérieurement accordées sur la base de cet arrêté.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'geding hetgeen' ->

Date index: 2024-02-07
w