De bezoldiging van een in paragraaf 1 vermeld personeelslid dat uitsluitend bezoldigd wordt ten laste van de centrale voorafname en daarvoor geen actieve prestaties uitoefent, of van het personeelslid dat voor meer dan 50% van een voltijdse opdracht een bezoldiging ten laste van de centrale voorafname ontvangt en hiervoor geen actieve prestaties meer uitoefent binnen het onderwijs, houdt op na het verstrijken van de maand waarin het personeelslid aanspraak kan maken op een rustpensioen ten laste van de schatkist.
La rémunération d'un membre du personnel visé au paragraphe 1 qui est uniquement rémunéré à charge du prélèvement central et qui ne fournit aucune prestation active à cet effet, ou d'un membre du personnel qui reçoit pour plus de 50% d'une charge à temps plein une rémunération à charge du prélèvement central et qui ne fournit plus de prestations actives à cet effet dans l'enseignement, prend fin à l'expiration du mois dans lequel le membre du personnel peut prétendre à une pension de retraite à charge de la Trésorerie.