Art. 13.
Als de landbouwer geen beroep doet op de erkende kredietinstellingen en de in artikel 7 vermelde verrichtingen met eigen kapitaal financiert, met inachtneming van de sectoriële bepalingen van artikel 8 en binnen de grenzen van de in artikel 10 vastgestelde bedragen, wordt de steun verleend in de v
orm van een kapitaalpremie; deze premie is gelijkwaardig aan de totale steun in rentesubsidie, die berekend wordt op de in artikel 10 bedoelde wijze; de premie wordt ten belope van de door bewijsstukken gerechtvaardigde bedragen u
...[+++]itbetaald, het eerste jaar tegen 50 % en de volgende twee jaar tegen 25 %.
Art. 13. Lorsque l'exploitant agricole ne fait pas appel aux organismes de crédit agréés, et finance par fonds propres des opérations figurant dans l'article 7 dans le respect des dispositions sectorielles de l'article 8, et dans les limites des montants déterminés à l'article 10, l'aide est accordée sous forme d'une prime en capital; cette prime est équivalente à l'aide cumulée en subvention-intérêt, calculée suivant les modalités définies à l'article 10; la prime est payable à raison de 50 % la première année et de 25 % chacune des 2 années suivantes, ceci à concurrence des montants justifiés par des documents probants.