7. De Europese aanklagers en de gedelegeerd Europese aanklagers ontvangen bij de uitoefening van hun onderzoeks- en strafvervolgingsbevoegdheden geen andere bevelen, richtlijnen of instructies dan die waarin deze verordening uitdrukkelijk voorziet, als bepaald in artikel 6.
7. Les procureurs européens et les procureurs européens délégués ne reçoivent, dans l’exercice de leurs pouvoirs d’enquête et de poursuite, aucun ordre, orientation ou instruction autre que ceux qui sont expressément prévus à l’article 6.