In 2003 nemen vrouwelijke kandidaten op ieder niveau deel aan de vorming (percentages ten overstaan van het totaal: 16,7% van de kandidaat-officieren, 8,1% van de kandidaat-onderofficieren en 8,8% van de kandidaat-vrijwilligers). b) De in het antwoord op vraag 3 hierboven aangehaalde domeinen van voorkeur zijn ook van toepassing bij de vrouwelijke kan
didaten. c) Er zijn geen statistieken van de slaagpercentages beschikbaar die toelaten een onderscheid te maken tussen mannel
ijke en vrouwelijke kandidaten ...[+++].
En 2003 des candidates participent à chaque niveau à la formation (pourcentages vis-à-vis du total: 16,7% des candidats officiers, 8,1% des candidats sous-officiers et 8,8% des candidats volontaires). b) Les domaines de prédilection, cités dans la réponse à la question 3, sont aussi d'application aux candidates. c) Il n'y a pas de statistiques disponibles sur les taux de réussite permettant de distinguer les candidats des candidates.