Dit vonnis kan eveneens aldus worden uitgelegd dat het geen uitspraak doet over de wettigheid van de overeenkomst over het draagmoederschap, maar beslist dat dit draagmoederschap niet strijdig is met de openbare orde en, impliciet, dat de wettigheid of de onwettigheid van de overeenkomst geen weerslag heeft op de mogelijkheid om de betrokken adoptie te laten homologeren door de wensouders, waarbij aldus aangeknoopt wordt bij de eerste beslissing.
Ce jugement peut aussi être compris comme ne se prononçant pas sur la licéité de la convention portant sur la gestation pour autrui mais comme ayant décidé que cette gestation n'est pas contraire à l'ordre public et, implicitement, que la licéité ou l'illicéité de la convention n'a pas d'incidence sur la possibilité d'homologuer l'adoption en cause par les parents commanditaires, rejoignant ainsi la première décision.