Om de redenen uiteengezet in de overwegingen B.2.6 tot B.2.9 van het arrest nr. 87/95 van 21 december 1995 heeft de wet van 14 juli 1994, door het overnemen van de inhoud van het koninklijk beslu
it, niet tot gevolg gehad de Raad van State te
verhinderen zich ten gronde uit te spreken over de onwettigheid van dat koninklijk besluit, noch de categorie van burgers waarop het vernietigde koninklijk besluit van toepassing was, het voordeel van die vernietiging te ontnemen dat bestaat in het recht om voor de burgerlijke rechtscolleges de terugbetaling van de onwettig geïnde rechten
...[+++] te vorderen.
Pour les raisons exposées aux considérants B.2.6 à B.2.9 de l'arrêt n° 87/95 du 21 décembre 1995, la loi du 14 juillet 1994, en reproduisant le contenu de l'arrêté royal, n'a pas eu pour effet d'empêcher le Conseil d'Etat de se prononcer, quant au fond, sur l'illégalité de cet arrêté royal, ni de priver la catégorie de citoyens à laquelle s'appliquait l'arrêté royal annulé du bénéfice de cette annulation que constitue le droit de réclamer, devant les juridictions civiles, le remboursement des droits illégalement perçus.