Uit deze definitie en talrijke arresten van het Hof over dat onderwerp, blijkt dat hoewel de tegenprestatie voor de verhuurder, die strikt verband houdt met de duur van het gebruik van het goed door de huurder, het passieve karakter van de verhuur het beste lijkt weer te geven, hieruit niet kan worden afgeleid dat een tegenprestatie waarbij ook met andere elementen rekening wordt gehouden de kwalificatie als « verhuur van onroerende goederen » in de zin van artikel 135, lid 1, punt I) van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 (voorheen artikel 13, B, sub b), van de zesde richtlijn waarvan het artikel 44, § 3, 2º, van het BTW-Wetboek de omzetting in het Belgisch recht vormt), noodzakelijkerwijze uitsluit, met name wanneer
...[+++] de andere elementen waarmee rekening wordt gehouden een kennelijk bijkomstig karakter hebben ten opzichte van het deel van de tegenprestatie dat met het tijdsverloop verband houdt of geen vergoeding vormen voor een andere prestatie dan de eenvoudige terbeschikkingstelling van een goed (zie punt 23 van de zaak C-284/03 van 18 november 2004, Belgische Staat tegen Temco Europe).De cette définition et des nombreux arrêts de la Cour sur ce sujet, il ressort que, si la rémunération du bailleur qui est liée strictement à la du
rée d'occupation du bien par le preneur, semble le mieux refléter le caractère passif de l'opération de location, il ne saurait en être inféré qu'une rémunération prenant en considération d'autres éléments imposerait d'écarter la qualification de « location de biens immeubles » au sens de l'article 135, § 1, point I) de la directive 2006/112/CE du Conseil du 28 novembre 2006 (anciennement article 13, B, sous b), de la sixième directive et dont l'article 44, § 3, 2º, du Code de la TVA constitue
...[+++] la transcription en droit belge), en particulier lorsque les autres éléments pris en considération ont un caractère manifestement accessoire au regard de la partie de la rémunération liée à l'écoulement du temps ou ne rémunèrent pas une prestation autre que la simple mise à disposition du bien (voir le point 23 de l'affaire C-284/03 du 18 novembre 2004, État belge contre Temco Europe).