De Raad van State oordeelde dat de aangevochten besluiten essentiële regels van het statuut van het onderwijspersoneel bevatten zodat, aangezien die regels onder de inrichting van het onderwijs vallen in de zin van artikel 24, § 5, van de Grondwet, zij niet door de Franse Gemeenschapsregering hadden moeten worden vastgesteld, maar wel door de decreetgever.
Le Conseil d'Etat considérait que les arrêtés attaqués comportaient des règles essentielles du statut du personnel de l'enseignement en sorte que, relevant de l'organisation de l'enseignement au sens de l'article 24, § 5, de la Constitution, ces règles auraient dû être définies non par le Gouvernement de la Communauté française mais par le législateur décrétal.