De uitzondering ten voordele van de aanvrager van gewaarborgde gezinsbijslag ten behoeve van, onder meer, een kind van Belgische nationaliteit werd ingevoerd door artikel 34 van de wet van 30 december 2009 houdende
diverse bepalingen nadat het Hof in zijn arrest nr. 62/2009 va
n 25 maart 2009 had geoordeeld dat « artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag [.] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet [schendt] in zoverre het van toepassing is op de buitenlandse aanvrager van gewaarborgd
e gezinsbi ...[+++]jslag die toegelaten of gemachtigd is om in België te verblijven of er zich te vestigen en die de in het zevende lid van dat artikel bedoelde vrijstellingen niet kan genieten, terwijl het kind dat hij ten laste heeft Belg is en werkelijk in België verblijft ».L'exception prévue en faveur du demandeur des prestations familiales garanties, au bénéfice, entre autres, d'un en
fant de nationalité belge a été introduite par l'article 34 de la loi du 30 décembre 2009 portant des dispositions diverses, après que la Cour eut jugé, par son arrêt n° 62/2009 du 25 mars 2009, que « l'article 1, alinéa 6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il s'applique au demandeur étranger de prestations familiales garanties qui est admis ou autorisé à séjourner en Belgique ou à s'y établir et qui ne peut bénéficier des dispe
...[+++]nses prévues par l'alinéa 7 de cet article, alors que l'enfant dont il a la charge est Belge et réside effectivement en Belgique ».