« De Minister is van oordeel dat het amendement steunt
op het principe dat gepensioneerden gestimuleerd moeten worden om verder beroepsactiviteiten uit te oefenen. De huidige Regering huldigt een ander principe. Gelet op de toestand van de arbeidsmarkt heeft niemand er belang bij dat een gepensioneerde de arbeidsplaats van een jonge werkloze inneemt. De filosofie van het wetsontwerp is in artikel 3 neergelegd : het is in principe verboden om een rust- of overlevingspensioen te cumuleren met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit. De regel van de toegelaten arbeid is de afwijking op dit basisprincipe. De Rege
...[+++]ring houdt dus duidelijk rekening met de toestand van de arbeidsmarkt » (ibid., p. 20).« Selon le ministre, l'amendement part du principe qu'il y a lieu d'inciter les pensionnés à poursuivre l'exercice d'activités professionnelles. Le Gouvernement actuel a un autre point de vue. Etant donné la situation du marché du travail, personne n'a intérêt à ce qu'un pensionné occupe la place d'un jeune chômeur. La philosophie qui sous-tend le projet de loi est définie à l'article 3, selon lequel il est en principe interdit de cumuler une pension de retraite ou de survie et des revenus provenant de l'exercice d'une activité professionnelle. La règle concernant l'exercice d'une activité autorisée constitue une dérogation à ce principe de base. Le Gouvernement t
ient donc compte de toute ...[+++] évidence de la situation du marché du travail » (ibid., p. 20).