Met haar derde middel voert rekwirante aan dat het Gerecht de verplichting van de Commissie tot een uitlegging in overeenstemming met de grondrechten heeft miskend en zo artikel 51, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie heeft geschonden.
Par son troisième moyen, la requérante au pourvoi reproche au Tribunal d’avoir méconnu l’obligation imposant à la Commission une interprétation conforme aux droits fondamentaux et, partant, d’avoir violé l’article 51, paragraphe 1, de la Charte des droits fondamentaux de l’Union européenne (ci-après la «Charte»).