« Art. 272. — De aanmaning, krachtens artikel 270 door het hof gedaan, evenals elke nieuwe waarschuwing door de procureur-generaal gegeven aan een commissaris voor gerechtelijke opdrachten of een gerechtelijk officier bij het parket, aan een lid van de gemeentepolitie, bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings of een adjunct-commissaris van politie, aan een officier van de rijkswacht, aan een veldwachter of aan een boswachter, zelfs na verloop van een jaar te rekenen van de eerste waarschuwing, hebben het verlies van acht dagen wedde ten gevolge».
« Art. 272. — L'injonction faite par la cour en vertu de l'article 270, de même que tout nouvel avertissement donné par le procureur général à un commissaire aux délégations judiciaires ou officier judiciaire près le parquet, [à un membre de la police communale, revêtu de la qualité d'officier de police judiciaire auxiliaire du procureur du Roi], à un officier de gendarmerie, à un garde champêtre ou à un garde forestier, même après l'expiration d'une année à compter du premier avertissement, emporteront privation du traitement pendant une durée de huit jours».