Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «gerechtelijk wetboek indruist tegen » (Néerlandais → Français) :

Het Arbitragehof bevestigde in antwoord op de prejudiciële vraag het vermoeden dat artikel 671 van het Gerechtelijk Wetboek indruist tegen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet :

La Cour d'arbitrage a confirmé, en réponse à la question préjudicielle, la présomption selon laquelle l'article 671 du Code judiciaire était contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution :


Het Arbitragehof bevestigde in antwoord op de prejudiciële vraag het vermoeden dat artikel 671 van het Gerechtelijk Wetboek indruist tegen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet :

La Cour d'arbitrage a confirmé, en réponse à la question préjudicielle, la présomption selon laquelle l'article 671 du Code judiciaire était contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution :


Overigens heeft het Arbitragehof in zijn arrest nr. 38/93 van 19 mei 1993 geoordeeld dat artikel 335, § 3, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek indruist tegen de principes van gelijkheid en non-discriminatie, doordat het aan de echtgenote van de vader van een kind dat hij verwekt heeft tijdens zijn huwelijk met een andere vrouw, de mogelijkheid biedt zich te verzetten tegen het feit dat de vader in kwestie zijn naam doorgeeft aan het kind, zelfs al heeft hij de toestemming van de moeder.

Par ailleurs, par arrêt du 19 mai 1993 (nº 38/93) la Cour d'arbitrage a jugé que l'article 335, § 3, alinéa 2, du Code civil en ce qu'il permet à l'épouse du père d'un enfant qu'il a conçu durant le mariage avec une autre femme de s'opposer à ce que ce père transmette son nom à l'enfant même avec le consentement de la mère était contraire au principe d'égalité et de non-discrimination.


Overigens heeft het Arbitragehof in zijn arrest nr. 38/93 van 19 mei 1993 geoordeeld dat artikel 335, § 3, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek indruist tegen de principes van gelijkheid en non-discriminatie, doordat het aan de echtgenote van de vader van een kind dat hij verwekt heeft tijdens zijn huwelijk met een andere vrouw, de mogelijkheid biedt zich te verzetten tegen het feit dat de vader in kwestie zijn naam doorgeeft aan het kind, zelfs al heeft hij de toestemming van de moeder.

Par ailleurs, par arrêt du 19 mai 1993 (nº 38/93) la Cour d'arbitrage a jugé que l'article 335, § 3, alinéa 2, du Code civil en ce qu'il permet à l'épouse du père d'un enfant qu'il a conçu durant le mariage avec une autre femme de s'opposer à ce que ce père transmette son nom à l'enfant même avec le consentement de la mère était contraire au principe d'égalité et de non-discrimination.


Artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april 2007 « betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat », en gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 21 februari 2010 « tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering », bepaalt : « Ieder veroordelend vonnis, uitgesproken tegen de beklaagde en teg ...[+++]

L'article 162bis du Code d'instruction criminelle, inséré par l'article 9 de la loi du 21 avril 2007 « relative à la répétibilité des honoraires et des frais d'avocat », et modifié par l'article 3 de la loi du 21 février 2010 « modifiant les articles 1022 du Code judiciaire et 162bis du Code d'instruction criminelle », dispose : « Tout jugement de condamnation rendu contre le prévenu et les personnes civilement responsables de l'infraction les condamnera envers la partie civile à l'indemnité de procédure visée à l'article 1022 du Code judiciaire.


Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 10 maart 2015 in zake Hussain Azhar tegen de nv « Brouwerij De Koninck », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 maart 2015, heeft de Arrondissementsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, ...[+++]zoals gewijzigd door artikel 5 van de Wet van 26 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdheden die volgen uit artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek) niet langer voor de rechtbank van koophandel doch voor de rechtbank van eerste aanleg worden gebracht, terwijl alle geschillen tussen ondernemingen en die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van hun economisch doel, en die niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen, krachtens artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 2 van de Wet van 26 maart 2014, voor de rechtbank van koophandel worden gebracht ?

Moerman, E. Derycke et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 10 mars 2015 en cause de Hussain Azhar contre la SA « Brouwerij De Koninck », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 31 mars 2015, le Tribunal d'arrondissement d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 577 du Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par l'article 5 de la loi du 26 mars 2014 modifiant le Code judiciaire et la loi du 2 août 2002 concernant la lutte contre le ret ...[+++]


Blijkbaar zouden de klanten noch de garagisten over die informatie beschikken, wat indruist tegen het Wetboek van economisch recht.

Il apparaîtrait que ni les clients, ni les garagistes ne disposent de ces informations, ce qui est contraire au Code économique.


Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 1211, § 2, laatste lid, van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat, in het kader van een gerechtelijke verdeling, tegen de beslissing betreffende de vervanging van de notaris-vereffenaar, geen enkel rechtsmiddel kan worden aangewend, terwijl tegen de beslissing betreffende de aa ...[+++]

La Cour est interrogée au sujet de la compatibilité de l'article 1211, § 2, dernier alinéa, du Code judiciaire avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il dispose que dans le cadre d'un partage judiciaire, la décision relative au remplacement du notaire-liquidateur n'est susceptible d'aucun recours, alors que la décision relative à la désignation du notaire-liquidateur sur la base de l'article 1210 du Code judiciaire, peut faire l'objet d'un recours.


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 januari 2016 in zake Marie-Rose D'Haeyer tegen Vincent Lefevre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen aanleiding tot discriminatie tussen de partij die t ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 4 janvier 2016 en cause de Marie-Rose D'Haeyer contre Vincent Lefevre, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 13 janvier 2016, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 827, 1017 et 1022 du Code judiciaire, pris isolément ou non, ne créent-ils pas une discrimination entre la partie qui succombe sur le fond et qui a droit si elle le demande et à condition de se trouver dans les conditions pour ce faire à une diminution ou à une absence de payement d'une indemnité de ...[+++]


Tijdens een discussie in de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden vorig jaar werd het argument aangehaald dat indirect door een aantal leden van het Hof van Cassatie en de Raad van State werd opgeworpen, namelijk dat, wanneer in substantie de schending van het grondrecht wordt ingeroepen, de verplichting tot het stellen van de prejudiciële vraag ingaat tegen artikel 1080 van het Gerechtelijk Wetboek en tegen ar ...[+++]

Lors du débat en commission des Affaires institutionnelles, l'an dernier, certains ont avancé l'argument selon lequel lorsque la violation d'un droit fondamental est soulevée en substance, l'obligation de poser la question préjudicielle est contraire à l'article 1080 du Code judiciaire et à l'article 2 de l'arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d'État.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gerechtelijk wetboek indruist tegen' ->

Date index: 2020-12-28
w