St. Senaat, nrs. 490/1-10), waar dit de plaatsvervangende magistraten betreft, en waar melding gemaakt wordt van « de maatregelen die
genomen zijn om de gerechtelijke achterstand weg te werken », terwijl in voorliggend ontwerp gewag gemaakt wordt van « een vierjarenplan, bijdragen tot het wegwerken v
an de gerechtelijke achterstand ». Ook « de mededeling aan het Parlement » wordt in voorliggend ontwerp anders omschreven; het wetsontwerp houdende maatregelen teneinde de gerechtelijke achterstand weg te werken bij de hoven van beroep ve
...[+++]rmeldt immers de « mededeling aan de voorzitters van de wetgevende kamers en aan de Ministerraad ».