De oprichting van een college ad hoc schakelde namelijk de parlementaire controle via het Vast Comité I nagenoeg helemaal uit, wat op verzet heeft gestuit. Die benadering was bovendien in strijd met de aanbevelingen van het Comité van ministers van de Raad van Europa om de inlichtingendiensten te laten opereren onder het rechtstreeks gezag van het nationaal parlement, zodat het wetgevend kan optreden.
La création d'un collège excluait en effet le contrôle parlementaire et était contraire aux recommandations du Comité des ministres du Conseil de l'Europe, favorable à un fonctionnement des services de sécurité sous l'autorité directe du parlement national qui peut ainsi légiférer dans ce domaine.