De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 42quater, § 4, 4°, van de in het geding zijnde wet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 11 van diezelfde wet, met de artikelen 10, 11, 22 en 191 van de Grondwet, alsook in voorkomend geval met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in die interpretatie dat de echtgenoot of de partner, niet-Europese vreemdeling, die het recht op gezinshereniging met een andere niet-Europese vreemdeling heeft genoten en het slachtoffer is van huiselijk geweld, op grond van artikel 11 van de in het geding zijnde wet zijn verblijfsrecht kan behouden, ondanks de
beëindiging van de ...[+++]gezamenlijke vestiging en zelfs indien niet meer wordt voldaan aan de verblijfsvoorwaarden, terwijl de echtgenoot of de partner, niet-Europese vreemdeling, die het recht op gezinshereniging met een Belg of een Europese vreemdeling heeft genoten en het slachtoffer is van huiselijk geweld, om het behoud van zijn verblijfsrecht in geval van beëindiging van de gezamenlijke vestiging te genieten, moet voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 42quater, § 4, laatste lid.La Cour est interrogée par le Conseil du contentieux des étrangers sur la compatibilité de l'article 42quater, § 4, 4°, de la loi en cause, combiné ou non avec l'article 11 de cette même loi, avec les articles 10, 11, 22 et 191 de la Constitution ainsi que, le cas échéant, avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, dans l'interprétation selon laquelle le conjoint ou le partenaire, étranger non européen, ayant bénéficié du droit au regroupement familial avec un autre étranger non européen et victime de violences domestiques, peut, en vertu de l'article 11 de la loi en cause, voir son droit au séjour maintenu, mal
gré la rupture de l'installation commune ...[+++] et même si les conditions de séjour ne sont plus réunies, alors que le conjoint ou le partenaire, étranger non européen, ayant bénéficié du droit au regroupement familial avec un Belge ou un étranger européen, et victime de violences domestiques doit, pour bénéficier du maintien de son droit de séjour en cas de cessation de l'installation commune, satisfaire aux conditions prévues à l'article 42quater, § 4, dernier alinéa.