Het voorgestelde artikel 414, tiende lid, van het Gerechtelijk Wetboek (artikel 27 van het wetsvoorstel) bepaalt : « Indien de overheid bedoeld in artikel 412, § 1, geen beslissing aan de klager of de betrokkene heeft overgezonden, of de Hoge Raad voor de Justitie niet geïnformeerd heeft binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de indiening van klacht, kunnen zij zich rechtstreeks richten tot het openbaar ministerie bij het rechtscollege waar de aangeklaagde persoon werkzaam is teneinde de zaak in voorkomend geval aanhangig te maken bij de tuchtrechtbank».
L'article 414, alinéa 10, proposé du Code judiciaire (article 27 de la proposition de loi) dispose que « si l'autorité visée à l'article 412 § 1, n'a pas communiqué de décision au plaignant ou à l'intéressé, ou si elle n'a pas informé le Conseil supérieur de la Justice dans un délai de trois mois à compter du dépôt de la plainte, ils peuvent s'adresser directement au ministère public près la juridiction où travaille l'inculpé pour, le cas échéant, saisir le tribunal disciplinaire de l'affaire ».