Uit de toelichting van de Regering blijkt dat op grond van de beide argumenten, namelijk de late beschikbaarheid van gegevens nopens de budgettaire ruimte om de verhoging van de forfaitaire beroepskosten mogelijk te maken en de noodzaak om die verhoging te integreren in de bedrijfsvoorheffing door aanpassing van de schalen van de bedrijfsvoorheffing die geldt voor het volledige jaar 2006, de wetgever niet kan worden geacht zelf in de mogelijkheid te zijn geweest om, met inachtneming van de parlementaire procedure, te handelen met de vereiste spoed.
De l'explication que fournit le Gouvernement, il ressort que deux arguments, à savoir la disponibilité tardive des données concernant la marge budgétaire permettant la majoration des frais professionnels forfaitaires et la nécessité d'intégrer cette majoration dans le précompte professionnel par l'adaptation des barèmes du précompte professionnel valable pour l'intégralité de l'année 2006, permettent de considérer que le législateur n'avait pas la possibilité d'agir lui-même avec la promptitude nécessaire, dans le respect de la procédure parlementaire.