« Schendt artikel 14, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, in zoverre het niet voorziet in de mogelijkheid voor de rechter om rekening te houden met de periode tijdens welke de opgelegde voorwaarden werden nageleefd teneinde de gevangenisstraf die met het herroepen uitstel gepaard gaat, maar gedeeltelijk opnieuw ten uitvoer te leggen, de artike
len 10 en 11 van de Grondwet, aangezien artikel 37undecies, vierde lid, van het Strafwetboek, bij een veroordeling tot een autonome probatiestraf, voorziet in de verplichting voor het openbaar ministerie dat de vervangende gevangenisstraf ten uitv
...[+++]oer legt, om rekening te houden met het gedeelte van de straf dat door de veroordeelde reeds is uitgevoerd ?« L'article 14, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, en ce qu'il ne prévoit pas la possibil
ité pour le juge de prendre en considération la période durant laquelle les conditions imposées ont été respectées pour ne remettre à exécution que partiellement la peine d'emprisonnement assortie du sursis révoqué, ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution dès lors qu'en cas de condamnation à une peine de probation autonome, l'article 37undecies, alinéa 4, du Code pénal prévoit l'obligation pour le ministère public qui met à exécution l'emprisonnement subsidiaire de tenir compte de la
...[+++] partie de la peine déjà exécutée par le condamné ?