Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
BFV
Constitutioneel Verdrag
Constitutionele wet
Dienst voor de Bescherming van de Grondwet
Ervoor zorgen dat de grondwet wordt nageleefd
Europese Grondwet
Grondwet
Hervorming van de grondwet
Herziening van de Grondwet
Herziening van de grondwet
Kleine grondwet
Naleving van de grondwet garanderen
Naleving van de grondwet verzekeren
Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa
Verklaring tot herziening van de Grondwet

Traduction de «grondwet gezegd » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
naleving van de grondwet verzekeren | ervoor zorgen dat de grondwet wordt nageleefd | naleving van de grondwet garanderen

garantir le respect de la constitution


herziening van de grondwet [ hervorming van de grondwet ]

révision de la constitution [ réforme constitutionnelle ]


Europese Grondwet [ Constitutioneel Verdrag | Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa ]

constitution européenne [ traité constitutionnel | traité établissant une Constitution pour l'Europe ]


grondwet [ constitutionele wet ]

constitution [ loi constitutionnelle ]


herziening van de Grondwet

révision de la Constitution


verklaring tot herziening van de Grondwet

déclaration de révision de la Constitution






Dienst voor de Bescherming van de Grondwet | BFV [Abbr.]

Office fédéral pour la protection de la Constitution | BFV [Abbr.]


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
« Schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, aangezien het Grondwettelijk Hof bij het arrest nr. 113/2016 van 22 september 2016 voor recht heeft gezegd dat artik ...[+++]

« L'article 162bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où la partie civile, qui n'a pas pris l'initiative de la poursuite et qui interjette appel d'un jugement déclarant sa demande irrecevable après avoir condamné le prévenu sur l'action publique, ne peut être condamnée à l'indemnité de procédure si elle succombe en degré d'appel, dès lors que par arrêt n° 113/2016 du 22 septembre 2016, la Cour constitutionnelle a dit pour droit que l'article 162bis, alinéa 2, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne permet pas au juge répressif d'accorder au ...[+++]


Bijgevolg heeft het Hof met name voor recht gezegd dat artikel 59 van de in het geding zijnde wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond.

Par conséquent, la Cour a notamment dit pour droit que l'article 59 de la loi en cause violait les articles 10 et 11 de la Constitution.


Bij die arresten heeft het Hof derhalve voor recht gezegd dat artikel 91 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals gewijzigd bij artikel 279 van de programmawet van 22 december 2003, artikel 170 van de Grondwet schendt, doch enkel in zoverre het het woord « inzonderheid » bevat.

La Cour a dès lors dit pour droit par ces arrêts que l'article 91 de la loi du 30 décembre 1992 portant des dispositions sociales et diverses, tel qu'il a été modifié par l'article 279 de la loi-programme du 22 décembre 2003, viole l'article 170 de la Constitution, mais uniquement dans la mesure où il contient le mot « notamment ».


Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

Par son arrêt n° 165/2013, du 5 décembre 2013, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec la Convention relative aux droits de l'enfant, en ce qu'il dispose que l'action de celui qui revendique la filiation doit être intentée dans l'année qui suit la découverte du fait qu'il est le père de l'enfant.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

Par son arrêt n° 139/2013, du 17 octobre 2013, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 22 et 22bis de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il prescrit que l'action en contestation d'une reconnaissance de paternité introduite par la personne qui revendique la filiation doit être intentée dans l'année de la découverte qu'elle est le père de l'enfant.


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

Par son arrêt n° 139/2013, du 17 octobre 2013, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 22 et 22bis de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il prescrit que l'action en contestation d'une reconnaissance de paternité introduite par la personne qui revendique la filiation doit être intentée dans l'année de la découverte qu'elle est le père de l'enfant.


Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.

Par son arrêt n° 139/2014, du 25 septembre 2014, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il dispose que l'action de celui qui a reconnu l'enfant doit être intentée dans l'année qui suit la découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant.


Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

Par son arrêt n° 165/2013, du 5 décembre 2013, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec la Convention relative aux droits de l'enfant, en ce qu'il dispose que l'action de celui qui revendique la filiation doit être intentée dans l'année qui suit la découverte du fait qu'il est le père de l'enfant.


Bij zijn arrest nr. 34/2015 van 12 maart 2015, in antwoord op de prejudiciële vraag gesteld door de Raad van State bij zijn arrest nr. 226.627 van 6 maart 2014 inzake de verzoekende partijen in het onderhavige beroep tot vernietiging, handelend in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van hun minderjarige dochter, tegen de stad Brussel en de Franse Gemeenschap, heeft het Hof voor recht gezegd : « In die zin geïnterpreteerd dat zij voor een ouder niet het recht inhouden om op eenvoudig, niet anders gemotiveerd verzoek voor zijn kind een vrijstelling te verkrijgen om het onderricht in een van de erkende godsdiensten of dat in de niet-conf ...[+++]

Par son arrêt n° 34/2015, du 12 mars 2015, en réponse à la question préjudicielle posée par le Conseil d'Etat par son arrêt n° 226.627 du 6 mai 2014, en cause des parties requérantes dans le présent recours en annulation agissant en qualité de représentants de leur fille mineure, contre la ville de Bruxelles et la Communauté française, la Cour a dit pour droit : « Interprétés comme n'impliquant pas le droit pour un parent d'obtenir sur simple demande, non autrement motivée, une dispense pour son enfant de suivre l'enseignement d'une des religions reconnues ou celui de la morale non confessionnelle, l'article 8 de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l'enseignement et l'article 5 du décret de la Communa ...[+++]


De heer Kagame heeft nooit met zoveel woorden gezegd dat hij kandidaat zou zijn, maar wel dat het aan de bevolking zou zijn om te beslissen.Ook zei hij niet gewonnen te zijn voor een wijziging van de grondwet.maar fluisterde hij zijn aanhangers in hem 'te overtuigen' van mening te veranderen.

En effet, si M. Kagamé lui-même n'a jamais ouvertement dit qu'il serait candidat, il a affirmé que ce serait au peuple d'en décider.Il a également indiqué ne pas être en faveur du changement de Constitution .mais il a suggéré à ses partisans de le "convaincre" de changer d'avis.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'grondwet gezegd' ->

Date index: 2024-04-03
w