Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft reeds geoordeeld dat een systeem van automatische periodieke herziening van de voorlopige hechtenis met een maximumtermijn van twee maanden tussen de herzieningen, verenigbaar was met artikel 5.4 van het Verdrag (EHRM, 15 november 2005, Reinprecht t. Oostenrijk, §§ 24 en 33; Abdulkhakov t. Rusland, voormeld, § 213).
La Cour européenne des droits de l'homme a déjà jugé qu'un système de contrôle périodique et automatique de la détention préventive prévoyant un délai maximum de deux mois entre les contrôles était compatible avec l'article 5.4 de la Convention (CEDH, 15 novembre 2005, Reinprecht c. Autriche, § § 24 et 33; Abdulkhakov c. Russie, précité, § 213).