Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «grondwettelijk hof heeft reeds geoordeeld » (Néerlandais → Français) :

Het Grondwettelijk Hof heeft reeds geoordeeld dat elk land het beroep van advocaat op zijn wijze inricht en dat in ons land het beroep van advocaat specifieke beschermingsmaatregelen geniet, en moet genieten, op grond van zijn bijzonder statuut en functie in de samenleving.

La Cour constitutionnelle a déjà jugé que chaque pays organise à sa guise la profession d'avocat et que, chez nous, la profession d'avocat bénéficie et doit bénéficier de mesures de protection spécifiques en vertu de son statut particulier et de sa fonction dans la société.


Het Grondwettelijk Hof heeft reeds geoordeeld dat elk land het beroep van advocaat op zijn wijze inricht en dat in ons land het beroep van advocaat specifieke beschermingsmaatregelen geniet, en moet genieten, op grond van zijn bijzonder statuut en functie in de samenleving.

La Cour constitutionnelle a déjà jugé que chaque pays organise à sa guise la profession d'avocat et que, chez nous, la profession d'avocat bénéficie et doit bénéficier de mesures de protection spécifiques en vertu de son statut particulier et de sa fonction dans la société.


Het Hof heeft reeds herhaalde malen geoordeeld dat een bepaling krachtens welke de termijn waarover een persoon beschikt om een jurisdictioneel (arresten nrs. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006 en 48/2006) of een administratief beroep (arresten nrs. 85/2007, 123/2007, 162/2007, 178/2009 en 41/2017) in te stellen tegen een beslissing aanvangt op het ogenblik van de verzending van die beslissing, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverr ...[+++]

La Cour a déjà jugé à plusieurs reprises qu'une disposition en vertu de laquelle le délai dont dispose une personne pour introduire un recours juridictionnel (arrêts n 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006 et 48/2006) ou administratif (arrêts n 85/2007, 123/2007, 162/2007, 178/2009 et 41/2017) contre une décision prend cours au moment de l'envoi de cette décision est incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le droit de défense du destinataire est limité de manière disproportionnée parce que ce délai prend cours à un moment où le destinataire ne peut pas encore avoir connaissance du contenu de la décision.


Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft reeds geoordeeld dat een systeem van automatische periodieke herziening van de voorlopige hechtenis met een maximumtermijn van twee maanden tussen de herzieningen, verenigbaar was met artikel 5.4 van het Verdrag (EHRM, 15 november 2005, Reinprecht t. Oostenrijk, §§ 24 en 33; Abdulkhakov t. Rusland, voormeld, § 213).

La Cour européenne des droits de l'homme a déjà jugé qu'un système de contrôle périodique et automatique de la détention préventive prévoyant un délai maximum de deux mois entre les contrôles était compatible avec l'article 5.4 de la Convention (CEDH, 15 novembre 2005, Reinprecht c. Autriche, § § 24 et 33; Abdulkhakov c. Russie, précité, § 213).


Het Grondwettelijk Hof heeft eveneens geoordeeld dat de controle « door het Hof [.] strikter [is] wanneer het fundamentele beginsel van de gelijkheid van de geslachten in het geding is » (5) en ook dat « de Grondwet [.] een bijzonder belang toekent aan de gelijkheid tussen vrouwen en mannen » (6) (7) , wat aansluit bij de vaststelling, door het EHRM, dat « la progression vers l'égalité des sexes est aujourd'hui un but important des États membres du Conseil de l'Europe » (8) .

La Cour constitutionnelle a également jugé que son contrôle « est plus strict si le principe fondamental de l'égalité des sexes est en cause » (5) et que « la Constitution attribue une importance particulière à l'égalité entre hommes et femmes » (6) (7) , ce qui rejoint le constat fait par la Cour européenne des droits de l'homme selon lequel « la progression vers l'égalité des sexes est aujourd'hui un but important des États membres du Conseil de l'Europe » (8) .


Het Grondwettelijk Hof heeft herhaaldelijk geoordeeld dat, hoewel uit artikel 191 van de Grondwet volgt dat een verschil in behandeling waarbij een vreemdeling wordt benadeeld enkel door de wetgever kan worden ingesteld, dit grondwetsartikel niet tot doel heeft de wetgever ertoe te machtigen, wanneer hij een dergelijk verschil instelt, zich aan de inachtneming van de in Grondwet verankerde beginselen te onttrekken.

La Cour constitutionnelle a jugé à plusieurs reprises que, si seul le législateur est habilité à instaurer une différence de traitement au détriment des étrangers en vertu de l'article 191 de la Constitution, cet article n'a toutefois pas pour but d'autoriser le législateur à se soustraire aux principes ancrés dans la Constitution lorsqu'il instaure pareille différence de traitement.


Het Grondwettelijk Hof heeft dus geoordeeld dat artikel 1435 van het Burgerlijk Wetboek, geïnterpreteerd in de zin dat het voor de berekening van de rekeningen van terugnemingen en vergoedingen niet toelaat rekening te houden met de waardevermeerdering van een eigen goed dat één van beide echtgenoten vóór het huwelijk bezat en dat een financiële last heeft doen ontstaan voor de gemeenschap, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.

La Cour constitutionnelle a ainsi considéré que, interprété comme ne permettant pas, pour le calcul des comptes de reprises et de récompenses, de tenir compte de la plus-value d'un bien propre que possédait un des deux époux avant le mariage et qui a généré une charge financière supportée par la communauté, l'article 1435 du Code civil viole les articles 10 et 11 de la Constitution.


Het Grondwettelijk Hof heeft dergelijke redenering in het arrest van 17 september 2014 (GwH 17 september 2014, nr. 120/2014) trouwens reeds aanvaard met betrekking tot de samenstelling van de Nationale Paritaire Commissie (van de Belgische Spoorwegen).

La Cour constitutionnelle a d'ailleurs déjà accepté un tel raisonnement dans l'arrêt du 17 septembre 2014 (C. const., 17 septembre 2014, n° 120/2014) concernant la composition de la Commission paritaire nationale (des Chemins de fer belges).


Het Hof heeft reeds in een reeks voorafgaande arresten te kennen gegeven dat - bij ontstentenis van een nadere precisering in de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en naar analogie met de regeling van artikel 54 van het Gerechtelijk Wetboek - voor het bepalen van de termijn voor het instellen van een beroep of van een vordering tot schorsing moet worden gerekend van de zoveelste tot de ...[+++]

Dans une série d'arrêts précédents, la Cour a déjà indiqué que, pour fixer le délai d'introduction d'un recours ou d'une demande de suspension, il faut - à défaut de précision dans la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle et par analogie avec le régime de l'article 54 du Code judiciaire - calculer de quantième à veille de quantième (voir arrêt n° 125/2012 du 18 octobre 2012, B.2).


Het Hof heeft dienaangaande geoordeeld dat het mededingingsrecht van de Unie en het nationale mededingingsrecht naast elkaar van toepassing zijn, aangezien zij de restrictieve gedragingen vanuit verschillende gezichtshoeken beschouwen.

La Cour a jugé, à cet égard, que le droit de l’Union et le droit national en matière de concurrence considèrent les pratiques restrictives sous des aspects différents.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'grondwettelijk hof heeft reeds geoordeeld' ->

Date index: 2022-10-18
w