Art. 56. § 1. In afwijking van artikel 18, § 2, geldt de voorwaarde voor een aanvullend certificaat voor huisartsen niet voor de artsen die kunnen aantonen dat zij op 1 januari 1996 een nuttige ervaring van ten minste 2 jaar in een consultatiebureau van Kind en Gezin hadden, als minstens één wekelijkse zitting werd waargenomen, en van vijf jaar als minstens één maandelijkse zitting werd waargenomen.
Art. 56. § 1. Par dérogation à l'article 18, § 2, la condition relative au certificat complémentaire pour médecins de famille, ne s'applique pas aux médecins justifiant le 1 janvier 1996 d'une expérience utile d'au moins 2 ans dans un bureau de consultation de « Kind en Gezin », si au moins une séance hebdomadaire a été assurée, et de cinq ans, si au moins une séance mensuelle a été assurée.