Het belang van de huurder in het kader van de Handelshuurwet betreft de mogelijkheid tot voortzetting van zijn handelszaak en het bestaan van waarborgen tegen misbruik door de verhuurder, die als een aspect van het eigendomsrecht in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens moeten worden beschouwd (zie o.m. EHRM, grote kamer, 25 maart 1999, Iatridis t. Griekenland, § 54; 24 juni 2003, Stretch t. Verenigd Koninkrijk, § 36).
L'intérêt du preneur dans le cadre de la loi sur les baux commerciaux consiste en la possibilité de poursuivre l'exploitation de son fonds de commerce, qui doit être considéré comme un bien au sens de l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme (voy. notamment CEDH, grande chambre, 25 mars 1999, Iatridis c. Grèce, § 54; 24 juin 2003, Stretch c. Royaume-Uni, § 36), et en l'existence de garanties contre un abus de la part du bailleur.