Wat de schending van de Grondwet betreft, kan op grond van meerdere arresten van het Hof ervan worden uitgegaan dat gewag moet worden gemaakt van vrijheid in het onderwijs en niet van vrijheid van het onderwijs, waarbij de verzoekende partijen verweten wordt dat zij in het eerste middel hebben nagelaten « de noodzakelijke precisiegraad » aan te geven om « de gegrondheid van hun kritiek concreet aan te tonen ».
Quant à la violation de la Constitution, plusieurs arrêts rendus par la Cour permettent de considérer qu'il convient de parler de liberté dans l'enseignement et non de liberté de l'enseignement, tout en reprochant aux parties requérantes d'avoir négligé de fournir au premier moyen « le degré de précision nécessaire » pour « démontrer concrètement le bien-fondé de leur critique ».