Het Hof legt de hoedanigheid van rechterlijke instantie uit als een autonoom begrip van het recht van de Unie. Daarbij houdt het Hof rekening met een reeks van factoren, zoals de wettelijke grondslag van het orgaan dat een verzoek heeft ingediend, het permanente karakter en de verplichte rechtsmacht ervan, het feit dat het orgaan uitspraak doet na een procedure op tegenspraak, de toepassing door het orgaan van rechtsregels en de onafhankelijkheid van dat orgaan.
La qualité de juridiction est interprétée par la Cour comme une notion autonome du droit de l'Union, la Cour tenant compte, à cet égard, d'un ensemble de facteurs tels que l'origine légale de l'organe qui l'a saisie, sa permanence, le caractère obligatoire de sa juridiction, la nature contradictoire de la procédure, l'application, par cet organe, des règles de droit ainsi que son indépendance.