De CCCLA stelde dat het bestaan van heimelijke praktijken op de markt van de Unie zowel de schadegegevens in de klacht als die welke in het kader van het onderzoek waren verkregen (verkoopprijzen, verkoopvolumes, marktaandelen en winsten) onbetrouwbaar maakten, omdat de situatie die zij weergeven niet het resultaat van de normale werking van de markt zou zijn.
La CCCLA a indiqué que l’existence de telles ententes sur le marché de l’Union faisait peser des doutes sur la fiabilité des données relatives au préjudice telles qu’elles ressortent de la plainte et de l’enquête (notamment en ce qui concerne les prix et les volumes de ventes, la part de marché et les bénéfices), puisqu’elles ne rendent pas compte d’une situation qui correspond au fonctionnement normal de ce marché.