De verwijzende rechter vraagt het Hof of derden die worden geconfronteerd met de verbeurdverklaring van een aan hen toebehorende zaak krachtens artikel 4, § 6, van de Drugswet, worden gediscrimineerd ten opzichte van derden die worden geconfronteerd met de verbeurdverklaring van een aan hen toebehorende zaak krachtens artikel 43bis van het Strafwetboek, doordat in het eerste geval niet is voorzien in een teruggaveregeling.
Le juge a quo demande à la Cour si les tiers qui sont confrontés à la confiscation d'une chose qui leur appartient, prononcée en vertu de l'article 4, § 6, de la loi relative aux drogues, sont discriminés par rapport aux tiers qui sont confrontés à la confiscation d'une chose qui leur appartient, prononcée en vertu de l'article 43bis du Code pénal, en ce qu'aucune mesure de restitution n'est prévue dans le premier cas.