Vertaling van "hoeveel tweetalige franstaligen " (Nederlands → Frans) :

2. Zowel voor de categorie die vast in dienst is als voor de categorie die tijdelijk in dienst is, kan u meedelen hoeveel van deze mensen ééntalig Nederlandstalig zijn (dit wil zeggen die geen bewijs hebben afgeleverd dat ze de andere landstaal kennen), hoeveel er ééntalig Franstalig zijn, hoeveel Nederlandstaligen wel het bewijs hebben geleverd van kennis van de andere landstaal en hoeveel «tweetalige» Franstaligen er zijn?
2. Tant en ce qui concerne la catégorie du personnel employé à titre définitif qu'en ce qui concerne celle du personnel employé à titre temporaire, pourriez-vous m'indiquer combien de personnes sont unilingues néerlandophones (n'ayant pas apporté la preuve de leur connaissance de la deuxième langue nationale), combien sont unilingues francophones, combien de néerlandophones ont apporté la preuve de leur connaissance de l'autre langue nationale et combien de personnes sont bilingues parmi les francophones?

3. a) Hoeveel Franstaligen zijn de afgelopen twee jaar bij de luchthavenpolitie in dienst genomen? b) Hoeveel Nederlandstaligen? c) Wordt van deze mensen een taalexamen afgenomen? d) Hoeveel van deze Franstaligen zijn tweetalig?
3. a) Combien de francophones ont été recrutés au cours des deux dernières années auprès de la police de l'aéroport? b) Combien de néerlandophones ont été recrutés? c) Ces personnes doivent-elles passer un examen linguistique? d) Combien de francophones ainsi recrutés sont bilingues?

1. a) Wat is het taalkader bij het Belgisch Staatsblad? b) Wat is de verhouding Nederlandstaligen, Franstaligen en Duitstaligen bij de ambtenaren van het Belgisch Staatsblad? c) Hoeveel van deze ambtenaren zijn tweetalig en of drietalig, uitgesplitst in functie van taalrol en de officiële landstalen die zij beheersen?
1. a) Comment se présente le cadre linguistique auprès du Moniteur belge? b) Quel est le rapport entre le nombre de fonctionnaires francophones, néerlandophones et germanophones auprès du Moniteur belge? c) Combien de fonctionnaires sont bilingues et/ou trilingues, par rôle linguistique et en fonction des langues officielles maîtrisées?

2. a) Wat is de verhouding Nederlandstaligen, Franstaligen en Duitstaligen bij de ambtenaren van het Belgisch Staatsblad die de burger aan de loketten te woord staan? b) Hoeveel van deze ambtenaren zijn tweetalig en of drietalig, uitgesplitst in functie van taalrol en de officiële landstalen die zij beheersen?
2. a) Quel est le rapport entre le nombre de fonctionnaires francophones, néerlandophones et germanophones auprès du Moniteur belge, pour ce qui est des fonctionnaires qui sont en contact avec le public aux guichets? b) Parmi ces fonctionnaires, combien sont bilingues et/ou trilingues, par rôle linguistique et en fonction des langues officielles maîtrisées?