Bij zijn arrest nr. 29/2011 van 24 februari 2011, gewezen op een prejudiciële vraag, diende het Hof zich uit te spreken over de grondwettigheid van artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu, in samenhang gelezen met artikel 194 van het Vlaamse Gemeentedecreet van 15 juli 2005, in die zin geïnterpreteerd dat de gemeente niet de mogelijkheid zou hebben om zich in een procedure die door een inwoner namens die gemeente is ingeleid, te laten bijstaan door een zelf gekozen advocaat.
Par son arrêt n° 29/2011, du 24 février 2011, rendu sur question préjudicielle, la Cour devait se prononcer sur la constitutionnalité de l'article 1 de la loi du 12 janvier 1993 concernant un droit d'action en matière de protection de l'environnement, combiné avec l'article 194 du décret communal flamand du 15 juillet 2005, interprétés en ce sens que la commune n'aurait pas la possibilité de se faire assister par un avocat de son choix dans une procédure qu'un habitant a introduite au nom de cette commune.