Gebeurt dat niet, dan zou men immers moeten besluiten wanneer men de logica van de regeling in artikel 42 van het reglement (3) volgt dat de stemming bij naamafroeping op verzoek van vijf leden in een dergelijk geval door het reglement verboden wordt, tenzij de voorzitter op grond van zijn persoonlijk prerogatief (zie artikel 42-3, vierde lid) beslist tot de hoofdelijke stemming over te gaan, wat moeilijk te verantwoorden lijkt.
À défaut, il faudrait en effet conclure dans la logique du système de l'article 42 du règlement (3) que l'appel nominal à la demande de cinq membres est réglementairement interdit dans une telle hypothèse, sauf décision spéciale d'appel nominal par le président en vertu de sa prérogative personnelle cf. article 42-3, alinéa 4), ce qui paraît difficilement justifiable.