De prejudiciële vraag is in hoofdzaak dezelfde als die welke waren gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven bij vonnis van 28 maart 1994 (ingeschreven onder het nummer 784 van de rol van het Hof), enerzijds, en door de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk bij vonnis van 18 januari 1996 (ingeschreven onder het nummer 925 van de rol van het Hof), anderzijds; het Hof heeft op die vragen geantwoord in de respectieve arresten nr. 79/95 van 28 november 1995 en nr. 64/96 van 7 november 1996.
La question préjudicielle est essentiellement la même que celles qui furent posées par le Tribunal de première instance de Louvain par jugement du 28 mars 1994 (inscrite sous le numéro 784 du rôle de la Cour), d'une part, et par le Tribunal de première instance de Courtrai par jugement du 18 janvier 1996 (inscrite sous le numéro 925 du rôle de la Cour), d'autre part; la Cour a répondu à ces questions par arrêts, respectivement, n° 79/95 du 28 novembre 1995 et n° 64/96 du 7 novembre 1996.