K. overwegende dat de eigenaar van de Tazreen-fabriek nog altijd op vrije voeten is, hoewel een onderzoekscommissie bestaande uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de permanente parlementaire commissie inzake arbeidsaangelegenheden tot de slotsom is gekomen dat hij strafrechtelijk moet worden vervolgd wegens onvergeeflijke nalatigheid; overwegende dat op 28 april 2013 bij het hooggerechtshof van Bangladesh een klacht is ingediend tegen de autoriteiten wegens passiviteit en waarin op de arrestatie van de eigenaar van de bedoelde fabriek wordt aangedrongen;
K. considérant que, si la commission d'enquête gouvernementale constituée par le ministère des affaires intérieures et la commission parlementaire permanente sur le ministère du travail ont conclu qu'il y avait lieu d'engager une procédure pénale pour négligence impardonnable à l'encontre du propriétaire de l'atelier de Tazreen, celui‑ci n'a toutefois jamais été arrêté; qu'une pétition a été déposée auprès de la Cour suprême du Bangladesh, le 28 avril 2013, pour obtenir l'arrestation de l'intéressé et dénoncer l'inaction des autorités;