- zo spoedig mogelijk te besluiten tot een "gemeenschappelijk optreden" op basis van artikel K.3, lid 2 (alinea b) van het EU-Verdrag, dat ten doel heeft de kinderhandel krachtig te bestrijden, niet alleen wanneer
deze handel verband houdt met de zeer ernstige gevallen van seksuele uitbuiting, maar ook wanneer deze de adoptie van een kind in een ander land beoogt; de kinderhandel zou ook bestempeld moeten worden als een "misdrijf" dat volgens het strafrecht van alle lid-staten strafbaar is;
elke lid-staat zou bovendien de aansprakelijkhei ...[+++]d (strafrechtelijke of burgerlijke aansprakelijkheid) van de erbij betrokken rechtspersonen, onverminderd de aansprakelijkheid van de er eveneens bij betrokken natuurlijke personen, moeten vaststellen en ook moeten zorgen voor toepassing jegens deze personen van richtlijn 91/305 van 10 juni 1991 over het witwassen van kapitaal; elke lid-staat zou een specifieke administratieve structuur op nationaal en/of regionaal niveau moeten oprichten die bevoegd is de kinderhandel te bestrijden en die nauw samenwerkt met de verantwoordelijke nationale instanties van de politie, de immigratie en de sociale zekerheid, alsook met soortgelijke instanties in de andere lid-staten; de lid-staten moeten de andere lid-staten op de hoogte stellen van alle hun bekend zijnde gevallen van verdwenen kinderen; - adopte, dans les meilleurs délais, une action commune, sur la base de l'article K 3, par. 2 (alinéa b), du TUE, visant à lutter de façon rigoureuse contre le trafic d'enfants, non seulement lorsqu'
il est lié aux cas plus graves d'exploitation sexuelle, mais aussi lorsqu'il vise à l'adoption de l'enfant dans un autre pays; le trafic devrait aussi être qualifié comme étant un "délit" punissable par les dispositions de droit pénal de tous les Etats membres; chaque Etat membre devrait en outre prévoir la responsabilité (criminelle ou civile) des personnes morales impliquées, sans préjudice de la responsabilité des personnes physiques éga
...[+++]lement impliquées, ainsi que l'application à leur encontre de la directive 91/305 du 10 juin 1991 sur le blanchiment des capitaux; chaque Etat membre devrait veiller à créer une structure administrative spécifique au niveau national et/ou régional ayant la compétence pour combattre le trafic d'enfants et travaillant étroitement avec les autorités responsables nationales de police, d'immigration et de la sécurité sociale, ainsi qu'avec les autres structures homologues créées dans les autres Etats membres; ces dernières doivent informer les autres de tous les cas portés à leur connaissance d'enfants disparus;