de versterking van de bevoegdheden van de nationale spoorwegregulatoren (met, wat sancties betreft, auditbevoegdheden, beroepsprocedures en onderzoeksbevoegdheden ambtshalve) en vaststelling van de verplichting voor deze instanties om op het gebied van grensoverschrijdende kwesties samen te werken met hun buitenlandse tegenhangers.
de renforcer les pouvoirs des organismes nationaux de contrôle des activités ferroviaires (en ce qui concerne les sanctions, audits, procédures de recours et enquêtes de leur propre initiative) et de leur imposer l'obligation de coopérer avec leurs homologues sur des problèmes transfrontaliers.