61. herhaalt zijn eis dat de taken en verplichtingen van buitenlandse investeerders die in ontwikkelingslanden actief zijn om de mensenrechten, milieunormen en de fundamentele IAO-arbeidsnormen te respecteren, worden opgenomen in de agenda voor verandering; is van mening dat bedrijven uit de EU in hun thuislanden wettelijk aansprakelijk moeten zijn voor de schending van deze taken en verplichtingen door hun dochterondernemingen in het buitenland en de entiteiten waarover zij controle hebben;
61. réitère sa demande d’inclure dans le programme pour le changement les obligations et devoirs des investisseurs étrangers qui opèrent dans les pays en développement en faveur du respect des droits de l’homme, des normes environnementales et des principales normes de travail de l’OIT; considère que les sociétés européennes doivent être juridiquement responsables dans leur pays d’origine du manquement à ces obligations et devoirs de la part de leurs filiales à l’étranger et des entités qu’elles contrôlent;