Art. 10. § 1. Behoudens andersluidende overeenkomst, heeft het voorrecht van de pandhoudende schuldeiser voorrang op het wettelijk voorrecht van de gekwalificeerde tuss
enpersonen en de verrekenings- en vereffeningsinstellingen als bedoeld in artikel 31 van de wet van 2 augustus 2002, als die tussenpersonen of die instellingen ermee hebben ingestemd om dat pand op de financiële instrumenten waarop het wettelijk voorrecht b
etrekking heeft, te crediteren op een speciale rekening in hun boeken in de zin van artikel 4, § 1, of als zij de
...[+++] inpandgeving van contanten hebben erkend conform artikel 2074 van het Burgerlijk Wetboek.
Art. 10. § 1 . Sauf convention contraire, le privilège du créancier gagiste prime le privilège légal des intermédiaires qualifiés et des organismes de compensation et de liquidation visé à l'article 31 de la loi du 2 août 2002 si ces intermédiaires ou organismes ont accepté d'inscrire sur un compte spécial dans leurs livres au sens de l'article 4, § 1 , ledit gage portant sur des instruments financiers faisant l'objet du privilège légal ou ont reconnu la mise en gage d'espèces conformément à l'article 2074 du Code civil.