Door het voordeel van artikel 10, eerste lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit voortaan uitsluitend voor te behouden aan de kinderen die als staatloze in België zijn geboren en voor wie een eenvoudige administratieve handeling niet volstaat om hun de nationaliteit van de Staat van hun ouders of van een van hen te laten toekennen, voert de wet immers geen onoverkomelijke hindernis in om voor ieder kind dat in België verblijft een bepaalde nationaliteit te verkrijgen en de in B.8.3 vermelde redenen vormen motieven van algemeen belang die de bestreden bepaling verantwoorden.
Enfin, en réservant désormais le bénéfice de l'article 10, alinéa 1, du Code de la nationalité belge aux seuls enfants nés apatrides en Belgique pour lesquels une simple démarche administrative ne suffit pas à leur faire attribuer la nationalité de l'Etat de leurs auteurs ou de l'un d'entre eux, la loi ne crée pas un obstacle insurmontable à l'obtention pour chaque enfant résidant en Belgique d'une nationalité déterminée et les raisons mentionnées en B.8.3 constituent des motifs d'intérêt général justifiant la disposition attaquée.